Eerst noemden wij hem alleen maar Tattooface. Maar na te nodige ontmoetingen en werkuurtjes met hem blijkt hij Piet te heten. Piet kwam regelmatig even langs om te kijken of er nog oud ijzer ligt. Op de fiets. Pas veel later kwam ik erachter dat Piet geen rijbewijs of auto heeft, en dus alles op de fiets moet doen. Piet komt nogal luguber over. Een groot deel van zijn gezicht is bedekt met tattoo's, hij spreekt binnensmonds en onduidelijk en gedraagt zich schichtig. Van de zomer was dat reden genoeg voor de overbuurvrouwen om ons te waarschuwen voor louche figuren die de containers afstruinden en over het terrein liepen.
In de begin maanden van het opruimen zetten wij alle stukken metaal buiten de deur, zodat elke oud-ijzerboer die kon ophalen. Piet nam dan een "maatje" in de arm die met een aanhanger langs kwam en de boel ophaalt. Het bleek echter dat dat "maatje" alle vangst voor zichzelf hield en Piet dus voor niks de boel regelde. Daarom vroeg hij al eens op wij niet het kleine metaal binnen konden bewaren. "Dan bleef het droog". Maar wat hij bedoelde was natuurlijk dat hij die oogst dan zelf kon verpatsen.
Enfin, voldoende redenen om eens met Piet in gesprek te gaan. Na een paar keer met elkaar gesproken te hebben vertrouwde Piet mij eindelijk zijn telefoonnummer toe. Voor mij handig om hem te kunnen inlichten wanneer er weer het nodige in de weg lag dat hij misschien wel goed kon gebruiken. Er groeide een beetje een werkrelatie tussen ons. Piet gaf aan ook graag alles mee te nemen waar een stekker aan zat. Nieuwe nog in de verpakking zittende dingetjes die wij zouden weggooien of weggeven kon hij goed verkopen op de Zwarte Markt in Beverwijk. Later begreep ik dat hij ook veel spullen doorgaf aan mensen die voor Ghana spullen inzamelden. Al gauw belde Piet mij regelmatig om te vragen wanneer ik weer in Bennebroek zou zijn. Hij wilde graag helpen, ook om te voorkomen dat hij achteraf nuttige spullen uit de container zou moeten vissen.
Intussen blijkt Piet bijzonder hulpvaardig, een harde werker en meestal zijn afspraken na te komen. Een paar keer kwam hij niet als hij toe gezegd had wel te komen. Een vaag verhaal kwam dan over virus in zijn bloed en ziekenhuis. Geen idee wat ik daar mee moest, hoe te interpreteren, enz. Natuurlijk had Piet ondertussen zijn ogen goed de kost gegeven en vele interessante waren gezien. Sommige dingen krijg hij, voor andere kisten of ruimtes gaf ik aan dat we dat eerst moesten uitzoeken. Na overleg met mijn vader kon ik hem wel de caravan, de aanhanger met hok, en de verschillende frames in de zijtuin beloven. Dat aanhangertje kwam goed uit, ook om allerlei spullen in op te slaan die bij ons in de weg stonden en die hij nog niet kon wegbrengen.
Piet had al eens laten vallen dat hij bij de "motorclub" had gezeten maar daar afscheid van had genomen. "Gezeten" dat woord was ook wel eens gevallen. Ook had hij al eens gezegd geen uitkering (meer) te hebben en daarom zo graag die spullen naar de oud-ijzerboer bracht. Afgelopen week vertelde hij uit zichzelf dat hij bijna de helft van zijn leven "had gezeten". Vijftig is Piet. "Hoelang gezeten Piet"? "Twintig jaar". Iemand had iets naars met zijn vriendin gedaan. Op mijn opmerking dat ik hem dus niet boos moest maken antwoordde Piet dat dat niet meer zo was. Therapie enzo . En een nieuwe vriendin die hem op het rechte pad hield.
Piet vulde zijn fietstassen met klein metaal, schroeven, koperwerk., spijkers, enz. Op zijn rek voorop bonden we een krat met kabels. Om half 2 fietste Piet weg, de oud-ijzerboer sluit om 3 uur volgens hem en hij had wel bijna twee uur nodig om daar heen te fietsen. Ik meldde toch al dat Piet een harde werker is.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten