In zijn jonge jaren heeft Rob veel vriendinnetjes. Dat blijkt ook wel als later een dominee/gespreksleider een keer een opmerking maakt over "weer een nieuwe vriendin". Zoals hij zelf schrijft in één van zijn brieven aan Hennie tijdens hun verkeringstijd. Vriendinnetjes uit alle windstreken. Luxemburgse, Engelse, Amsterdamse. Maar één springt eruit. Eentje komt steeds weer terug. Soms met hele lange tussenposen. Stijneke Rebel.
Verkering krijgen ze al sinds ze elkaar op de padvinderij hebben getroffen. En wat blijkt, ze wonen bij elkaar in de straat. Rob is rond de 20, Stijneke een jaar of 2 jonger. Toch wel apart dat de padvinderij als verbinding functioneert, terwijl ze elkaar van de buurt zouden moeten kennen. Misschien is de 2 jaar leeftijdsverschil in je kinder- en jongerentijd dan toch een beetje veel. In ieder geval, volgens Stijneke, krijgen ze al spoedig verkering als ze elkaar wekelijks treffen.
In de periode van 1952-53 oppert Stijneke meerdere keren dat
verloven en een toekomst plannen misschien wel de volgende stap kan zijn tussen
hen beiden. Stijneke werkt ’s zomers als kinderverzorgster in een kinderkamp
voor minder bedeelde kinderen uit Amsterdam in de duinen bij Zandvoort. Rob
zoekt haar daar regelmatig op, getuige ook de foto’s uit die tijd. Maar niet
alleen daar fotografeert Rob haar. Er zijn vele foto’s van een poserende
Stijneke.
In augustus 1952 is Rob op vakantie met Ernst, zijn neef.
Zij zijn op de fiets naar Luxemburg. In een brief naar thuis beschrijft hij
alles wat hij meemaakt. Doorweekt, opgevangen door een boer, pruimen plukken
met de dochters van de boer, enzovoort.
Ernst bezoekt het WK wielrennen
aldaar, Rob blijft bij de boer, later bij de tent. In een brief naar thuis
vraagt hij of Stijneke al terug is van Ameland, en of ze haar die betreffende
brief met reisbeschrijving ook willen laten lezen. Rob heeft geen tijd, geen
zin maar ook geen papier genoeg om alles nog een keer op te schrijven. Behalve
brieven naar huis stuurde hij ook kaarten. Natuurlijk bewaard gebleven. Bij deze door hemzelf gestuurde kaarten en
brieven zat ook een kaart die Rob heeft ontvangen. Van ene Justine,
geadresseerd aan Rob gelegerd in Assen, een kaart in het Frans gedateerd
november 1953, die ze afsluit met “doux bisous”, zoete kusjes. Justine, één van
de dochters van de boer? In ieder geval een jongedame wiens hart hij sneller
heeft doen slaan. In dat midden in zijn verkeringstijd met vriendinnetje Stijneke.
Een bevestiging achteraf dat Rob het niet bij één vriendin hield.
Stijneke is ook kind aan huis bij de familie. Lid van dezelfde kerk als oma Niewenhuis kan ze het daar goed mee vinden, goed mee praten. Maar ook met opa Niewenhuis gaat ze prettig om. Kind aan huize Niewenhuis dus in de Brinkstraat. In Rob’s diensttijd (1953-1954) is het Stijneke die Rob naar het station brengt na een weekend thuis, op weg naar de kazerne in Assen. Hij vertelt haar wel eens dat bij aankomst op station Assen vaak Hennie en Hennie staan te wachten. “Maar niet op mij hoor”. Ze heeft geen enkele reden om daar aan te twijfelen. En dan ineens, Rob is alweer een tijdje ontslagen uit dienst, en werkzaam bij de gemeente Amsterdam, dan ineens maakt Rob het uit. Volgens Stijneke eind november, begin december 1954. Ze ziet hem nog één keer maar. Bij de nieuwjaarsreceptie van de padvinderij, waar Rob meteen meedeelt dat hij van de padvinderij afscheid neemt. Stijneke is er kapot van. Onlangs vertelde ze me dat het jaren geduurd heeft voor ze er overheen was. Rob was haar alles. Ze had zich nooit een andere voorstelling van de toekomst gemaakt dan één samen met hem.
Uit de brieven die Rob in die tijd aan Henny stuurde komt een ander verloop naar voren. Zijn verkering met Henny dateert al van het voorjaar 1954. In mei/juni van dat jaar schrijft hij euforisch over hoe gelukkig hij is dat hun verkering tot stand is gekomen. En hoe toevallig ook. Uit de periode juni-november 1954 verklaart hij voortdurend zijn liefde aan Henny. En in die periode is die voornamelijk van zijn kant naar haar. In dat najaar schrijft hij haar nog dat hij hoopt dat ze voor hem kiest en de interesse voor haar van ene Arnold negeert. Hij schrijft een paar keer over die oude vriendin “waar ik je wel over verteld heb”, van de padvinderij. Dat hij een leiderschapscursus volgt en haar daarom nog steeds tegenkomt. Dat hij de padvinderij vaarwel gaat zeggen maar alleen nog moet overdragen aan zijn oude vriendin die zich ooit met hem wilde verloven.
Van Stijneke weten we intussen dat hij al die tijd ook zijn
verkering met haar heeft aangehouden. Dat ze nooit samen een leiderschapscursus
hebben gedaan. Hij was tenslotte geen Akela maar “slechts Baloe, en zij ook
maar Chil, een ondergeschikte. Over het overdragen van een groep was al
helemaal geen sprake. De breuk kwam bij haar heel plotseling.
“Rob is er door Henny ingeluisd.” ”Ze heeft hem doelbewust
ingepalmd.” “Zij heeft hem pas verteld dat ze zwanger was vlak voor hun
trouwen”. En paar door Stijneke gedane uitspraken onlangs. Ze illustreren hoe
zij zichzelf, of Rob achteraf, veel later, een verklaring heeft gegeven dat het
niet aan haar lag en ook niet aan Rob. Door de briefwisseling van Rob aan Henny
weten we wel beter. Maar daaruit blijkt ook dat hij meerdere partijen
verschillende verhalen heeft verteld. En dat is dan wel weer illustratief voor
zijn manier van doen.
En dit is pas het begin. Want waarom vertellen over een
teleurgestelde verkering, 70 jaar na dato? Omdat dit begin noodzakelijk is om
te kunnen vertellen en begrijpen wat er in de decennia erna zich heeft
voorgedaan. En waarom mijn eigen beeld van Stijneke behoorlijk aanpassing
verdiende. Want in de jaren 90 krijgt dit verhaal een vervolg.
In 1969 zien ze elkaar weer even. Op de begrafenis van opa
Niewenhuis. In een brief uit 1993 schreef ze dat ondanks het definitieve UIT en
veel verdriet er toch meteen weer even de aantrekkingskracht was tussen hen
beiden. Maar die al gauw door Hennie werd verbroken. Ze schrijft dan ook dat ze
in de jaren erna oma Niewenhuis nog heeft opgezocht. Daar moest ze best wel
moed voor scheppen en durfde dat niet aan haar echtgenoot te vertellen. Uit die
gesprekken bleek haar dat Rob al die jaren haar brieven en foto’s had bewaard.
(HN: die hebben we de afgelopen tijd echter niet terug gevonden.) Uit oma’s
woorden maakte ze in ieder geval op dat Rob het niet gelukkig had. En misschien
ligt daar ook de bron van de vertelling dat Henny alles in het werk heeft
gesteld om Rob te veroveren in plaats van andersom.
Stijneke’s huwelijk loopt in 1988 op de klippen. Veel
vertelt ze er niet over, maar het lijkt geen gelukkig huwelijk geweest te zijn.
Bij de scheiding krijgt ze niets mee en moet jaren procederen om iets van een
alimentatie te krijgen. Als dat eindelijk loskomt is het zo weinig dat ze er
niet van kan leven. Ze gaat weer werken. Niet als kinderverzorgster, daarvoor
is ze dan te oud en heeft te lang niets gedaan volgens haarzelf. Nee, ze vindt
uit eindelijk een baantje als huishoudster/werkster op een architectenbureau.
Daar blijft ze werken tot aan haar pensionering in 1996. Vanaf 1988 staat ze
dus weer op eigen benen. Haar enige zoon loopt dan al tegen de 30, dus die zal
niet bij haar zijn ingetrokken. Ze heeft met precederen, baan zoeken, haar
draai vinden enzovoort een paar jaar nodig. En dan in 1992 herinnert ze zich
Rob weer. Waarschijnlijk mede ingegeven door haar aanwezigheid bij de
begrafenis van oma Niewenhuis begin 1988. Ze heeft vanaf dan in ieder geval zo
nu en dan contact met Johan, Rob’s oudste broer. En in 1992 trekt ze
uiteindelijk de stoute schoenen aan, vraag Johan om Rob’s telefoonnummer, en
belt hem op zijn verjaardag op. Een kort gesprek, felicitaties, misschien de
vraag hoe gaat het nou met je. Vanaf dat telefoongesprek ging Stijneke vaker
naar Haarlem en Hillegom. En dan keek ze uit naar Rob. “Soms gekeken of ik je
zag en herkend zou hebben. Ik ging op zatrerdag nog weleens naar Hillegom en
liep via de markt en winkelstraten, het een en ander meenemend.” Op zoek naar
haar oude liefde dus.
Oudejaarsdag 1992 zoekt hij haar op. Hij neemt een traytje verse eieren mee voor haar van zijn eigen kippen. Jammer genoeg is Stijneke dan niet thuis. Ze is op vakantie. Maar het is wel weer een eerste stap naar een diepere band. Vanaf 1993 gaan ze elkaar weer vaker zien. In een Sinterklaasgedichtje dat Stijneke in 1993 voor hem maakt verwoordt ze hoe het voor haar was, spannend, maar ook een beetje beangstigend:
“Wordt het herkenning na zo lang, ja ik ben best een beetje bang,
Met wat fris en een sigaar, praten en keken we naar elkaar
Daarna kwam er geen sigaar meer aan te pas, want we waren veel te veel in ons sas”.
Ze schrijven elkaar weer brieven en gedichtjes. En gedurende
dat jaar loopt de intensiteit van de bezoekjes op. Dat blijkt uit zijn eigen
aantekeningen. Zoals zoveel, bewaarde hij ook alles wat hij beter niet had
kunnen bewaren, en heeft Rob in zijn agenda bijgehouden wanneer hij haar zag,
hoelang hij bleef, hoeveel km’s hij ervoor aflegde, enz. Bizar wat hij allemaal
bijhield. En Stijneke vatte dan in haar briefjes samen waar ze over spraken.
“Ik vroeg mij af, ben ik degene die de verwijdering tussen jou en je vrouw te weeg bracht? Het heeft me knap benauwd maar uit het laatste telefoongesprek begreep ik dat het al; veel langer aan de gang was. Het is afschuwelijk zonder liefde naast elkaar in hetzelfde huis te moeten leven. Sunset maar dan ook totaal. Ik weet er helaas alles van.
Wordt dit onze tweede kans? Kan het bestaan nadat ieder een lang huwelijk achter zich heeft? Hernieuwd beginnen, veel lief, weinig leed als het ons wordt gegeven.
Ze spreken niet alleen af bij Stijneke in Amsterdam, ze ondernemen ook lange wandelingen. Dan treffen ze elkaar ergens in de duinen. Stijneke neemt de trein en bus, Rob komt op de fiets of met de auto. Na een paar uur samen gaat Rob weer naar huis. Stijneke wandelt door de duinen naar het strand en langs het strand naar Zandvoort en neemt de trein weer naar Amsterdam.
Maar hoe nu verder. Samen in ieder geval. Althans dat is de
trant waarin ze met elkaar spreken. Ze bezoeken ook samen vrienden van Stijneke
die langzamerhand gezamenlijke vrienden worden.
Stijneke mijmert zelfs over een huisje samen in Almere. Maar ze wil ook duidelijkheid. Dat stiekeme
gedoe mag van haar niet lang duren. Ze geeft Rob 5 jaar om zijn zaakjes op orde
te krijgen.




Geen opmerkingen:
Een reactie posten