Daarmee besloot ik een vorige post over Pa en Stijneke. Zij gaf hem 5 jaar om zijn zaakjes te regelen. En regelen betekende zoveel als zijn huwelijk beëindigen, scheiden dus. Met alles wat daarbij zou komen. Pa had het daar moeilijk mee. Hij had lange praat sessies in 1995, 1996 met mijzelf, maar ook , zo leerde ik onlangs, met Ivonne. En haar gaf hij mee dat ik hem had verboden het er met haar over te hebben!!! Geen idee wat daar achter stak. Hij twijfelde echt heel erg of ie niet toch moest scheidden. En ondertussen Ma maar in het ongewisse houden. Ongewisse? Helemaal onwetend! Hoewel, helemaal? Ze had vast wel een vermoeden maar kende de details niet, niet hoever het al was gekomen, en zeker niets over Pa's diepe gevoelens.
Zoeken in deze blog
maandag 30 oktober 2023
Stijneke, en hoe nu verder?
Stijneke, het houdt nooit op
Herfst
De natuurlijke herfst is gekomen, in natuur en tijdgereedplaats maken voor de kou
geldt ook voor de wezens zwak man en vrouw
Langzaam maar niet eenzaam
buiten is het kil, de tijd staat ervan stil
na bijna 40 jaar, is het nog steeds niet klaar
hoe alles is gekomen, tot veronderstelde dromen
Eindelijk een weerzien, rond half tien
wees niet dom, kom achterom
een heerlijke geur, van koffie en odeur
voel je vrij, dus wissel van kledij
de tijd vliegt voort, zoals het hoort
zo heerlijk knus, ontlokt een kus
al dat praten, je kan het niet laten
niets vergeten, alles weten
nog lang niet klaar, afscheid zwaar
de tijd gekomen, om verder te dromen
is de herfst er thans, voor de tweede kans?
hij mijmert "wat gaat stuk"?
zij lispelt "eindelijk, eindelijk geluk".
Er staat geen datum op het briefje. Maar de tekst geeft een beeld van het voor mijn vader onmogelijke dilemma waar hij in zit, of wat hij ziet komen. Hij geniet van de hervonden passie. Het terugkijken naar zijn jongere leven. Hij verlangt naar al dat wat zijn vrouw hem niet geeft. Maar tegelijkertijd voorziet hij al dat als hij dit wil vasthouden, wil terugkeren naar zijn oudste liefde, hij ook het nodige kapot moet maken. Althans dat vermoedt hij. Waar hij al dan niet al onbedoeld naar verwijst is dat hij in een mogelijk latere fase van zijn hervonden liefde zal moeten kiezen tussen alles wat hij nu heeft (in materiele zin) en alles waar hij heel veel zin in heeft. Met ook een hint aan waar hij zich later heel erg aan gaat ergeren. "Al dat praten, je kan het niet laten".
Mijn vermoeden is dat hij onder invloed van de vele gedichtjes die hij al had gekregen van Stijneke, en rond de tijd dat hij al met mij en Ivonne aan het praten was over wel of niet scheiden, ook zelf zijn gedachten en gevoelens eens in dichtvorm zette. 1995, 1996 waren de jaren dat hij mee bezig was. De verhouding was dus al een paar jaar weer "aan", de deadline van Stijneke naderde. Hij moest gaan kiezen.
Stijneke, en hoe het allemaal begon
In zijn jonge jaren heeft Rob veel vriendinnetjes. Dat blijkt ook wel als later een dominee/gespreksleider een keer een opmerking maakt over "weer een nieuwe vriendin". Zoals hij zelf schrijft in één van zijn brieven aan Hennie tijdens hun verkeringstijd. Vriendinnetjes uit alle windstreken. Luxemburgse, Engelse, Amsterdamse. Maar één springt eruit. Eentje komt steeds weer terug. Soms met hele lange tussenposen. Stijneke Rebel.
Verkering krijgen ze al sinds ze elkaar op de padvinderij hebben getroffen. En wat blijkt, ze wonen bij elkaar in de straat. Rob is rond de 20, Stijneke een jaar of 2 jonger. Toch wel apart dat de padvinderij als verbinding functioneert, terwijl ze elkaar van de buurt zouden moeten kennen. Misschien is de 2 jaar leeftijdsverschil in je kinder- en jongerentijd dan toch een beetje veel. In ieder geval, volgens Stijneke, krijgen ze al spoedig verkering als ze elkaar wekelijks treffen.
In de periode van 1952-53 oppert Stijneke meerdere keren dat
verloven en een toekomst plannen misschien wel de volgende stap kan zijn tussen
hen beiden. Stijneke werkt ’s zomers als kinderverzorgster in een kinderkamp
voor minder bedeelde kinderen uit Amsterdam in de duinen bij Zandvoort. Rob
zoekt haar daar regelmatig op, getuige ook de foto’s uit die tijd. Maar niet
alleen daar fotografeert Rob haar. Er zijn vele foto’s van een poserende
Stijneke.
In augustus 1952 is Rob op vakantie met Ernst, zijn neef.
Zij zijn op de fiets naar Luxemburg. In een brief naar thuis beschrijft hij
alles wat hij meemaakt. Doorweekt, opgevangen door een boer, pruimen plukken
met de dochters van de boer, enzovoort.
Ernst bezoekt het WK wielrennen
aldaar, Rob blijft bij de boer, later bij de tent. In een brief naar thuis
vraagt hij of Stijneke al terug is van Ameland, en of ze haar die betreffende
brief met reisbeschrijving ook willen laten lezen. Rob heeft geen tijd, geen
zin maar ook geen papier genoeg om alles nog een keer op te schrijven. Behalve
brieven naar huis stuurde hij ook kaarten. Natuurlijk bewaard gebleven. Bij deze door hemzelf gestuurde kaarten en
brieven zat ook een kaart die Rob heeft ontvangen. Van ene Justine,
geadresseerd aan Rob gelegerd in Assen, een kaart in het Frans gedateerd
november 1953, die ze afsluit met “doux bisous”, zoete kusjes. Justine, één van
de dochters van de boer? In ieder geval een jongedame wiens hart hij sneller
heeft doen slaan. In dat midden in zijn verkeringstijd met vriendinnetje Stijneke.
Een bevestiging achteraf dat Rob het niet bij één vriendin hield.
Stijneke is ook kind aan huis bij de familie. Lid van dezelfde kerk als oma Niewenhuis kan ze het daar goed mee vinden, goed mee praten. Maar ook met opa Niewenhuis gaat ze prettig om. Kind aan huize Niewenhuis dus in de Brinkstraat. In Rob’s diensttijd (1953-1954) is het Stijneke die Rob naar het station brengt na een weekend thuis, op weg naar de kazerne in Assen. Hij vertelt haar wel eens dat bij aankomst op station Assen vaak Hennie en Hennie staan te wachten. “Maar niet op mij hoor”. Ze heeft geen enkele reden om daar aan te twijfelen. En dan ineens, Rob is alweer een tijdje ontslagen uit dienst, en werkzaam bij de gemeente Amsterdam, dan ineens maakt Rob het uit. Volgens Stijneke eind november, begin december 1954. Ze ziet hem nog één keer maar. Bij de nieuwjaarsreceptie van de padvinderij, waar Rob meteen meedeelt dat hij van de padvinderij afscheid neemt. Stijneke is er kapot van. Onlangs vertelde ze me dat het jaren geduurd heeft voor ze er overheen was. Rob was haar alles. Ze had zich nooit een andere voorstelling van de toekomst gemaakt dan één samen met hem.
Uit de brieven die Rob in die tijd aan Henny stuurde komt een ander verloop naar voren. Zijn verkering met Henny dateert al van het voorjaar 1954. In mei/juni van dat jaar schrijft hij euforisch over hoe gelukkig hij is dat hun verkering tot stand is gekomen. En hoe toevallig ook. Uit de periode juni-november 1954 verklaart hij voortdurend zijn liefde aan Henny. En in die periode is die voornamelijk van zijn kant naar haar. In dat najaar schrijft hij haar nog dat hij hoopt dat ze voor hem kiest en de interesse voor haar van ene Arnold negeert. Hij schrijft een paar keer over die oude vriendin “waar ik je wel over verteld heb”, van de padvinderij. Dat hij een leiderschapscursus volgt en haar daarom nog steeds tegenkomt. Dat hij de padvinderij vaarwel gaat zeggen maar alleen nog moet overdragen aan zijn oude vriendin die zich ooit met hem wilde verloven.
Van Stijneke weten we intussen dat hij al die tijd ook zijn
verkering met haar heeft aangehouden. Dat ze nooit samen een leiderschapscursus
hebben gedaan. Hij was tenslotte geen Akela maar “slechts Baloe, en zij ook
maar Chil, een ondergeschikte. Over het overdragen van een groep was al
helemaal geen sprake. De breuk kwam bij haar heel plotseling.
“Rob is er door Henny ingeluisd.” ”Ze heeft hem doelbewust
ingepalmd.” “Zij heeft hem pas verteld dat ze zwanger was vlak voor hun
trouwen”. En paar door Stijneke gedane uitspraken onlangs. Ze illustreren hoe
zij zichzelf, of Rob achteraf, veel later, een verklaring heeft gegeven dat het
niet aan haar lag en ook niet aan Rob. Door de briefwisseling van Rob aan Henny
weten we wel beter. Maar daaruit blijkt ook dat hij meerdere partijen
verschillende verhalen heeft verteld. En dat is dan wel weer illustratief voor
zijn manier van doen.
En dit is pas het begin. Want waarom vertellen over een
teleurgestelde verkering, 70 jaar na dato? Omdat dit begin noodzakelijk is om
te kunnen vertellen en begrijpen wat er in de decennia erna zich heeft
voorgedaan. En waarom mijn eigen beeld van Stijneke behoorlijk aanpassing
verdiende. Want in de jaren 90 krijgt dit verhaal een vervolg.
In 1969 zien ze elkaar weer even. Op de begrafenis van opa
Niewenhuis. In een brief uit 1993 schreef ze dat ondanks het definitieve UIT en
veel verdriet er toch meteen weer even de aantrekkingskracht was tussen hen
beiden. Maar die al gauw door Hennie werd verbroken. Ze schrijft dan ook dat ze
in de jaren erna oma Niewenhuis nog heeft opgezocht. Daar moest ze best wel
moed voor scheppen en durfde dat niet aan haar echtgenoot te vertellen. Uit die
gesprekken bleek haar dat Rob al die jaren haar brieven en foto’s had bewaard.
(HN: die hebben we de afgelopen tijd echter niet terug gevonden.) Uit oma’s
woorden maakte ze in ieder geval op dat Rob het niet gelukkig had. En misschien
ligt daar ook de bron van de vertelling dat Henny alles in het werk heeft
gesteld om Rob te veroveren in plaats van andersom.
Stijneke’s huwelijk loopt in 1988 op de klippen. Veel
vertelt ze er niet over, maar het lijkt geen gelukkig huwelijk geweest te zijn.
Bij de scheiding krijgt ze niets mee en moet jaren procederen om iets van een
alimentatie te krijgen. Als dat eindelijk loskomt is het zo weinig dat ze er
niet van kan leven. Ze gaat weer werken. Niet als kinderverzorgster, daarvoor
is ze dan te oud en heeft te lang niets gedaan volgens haarzelf. Nee, ze vindt
uit eindelijk een baantje als huishoudster/werkster op een architectenbureau.
Daar blijft ze werken tot aan haar pensionering in 1996. Vanaf 1988 staat ze
dus weer op eigen benen. Haar enige zoon loopt dan al tegen de 30, dus die zal
niet bij haar zijn ingetrokken. Ze heeft met precederen, baan zoeken, haar
draai vinden enzovoort een paar jaar nodig. En dan in 1992 herinnert ze zich
Rob weer. Waarschijnlijk mede ingegeven door haar aanwezigheid bij de
begrafenis van oma Niewenhuis begin 1988. Ze heeft vanaf dan in ieder geval zo
nu en dan contact met Johan, Rob’s oudste broer. En in 1992 trekt ze
uiteindelijk de stoute schoenen aan, vraag Johan om Rob’s telefoonnummer, en
belt hem op zijn verjaardag op. Een kort gesprek, felicitaties, misschien de
vraag hoe gaat het nou met je. Vanaf dat telefoongesprek ging Stijneke vaker
naar Haarlem en Hillegom. En dan keek ze uit naar Rob. “Soms gekeken of ik je
zag en herkend zou hebben. Ik ging op zatrerdag nog weleens naar Hillegom en
liep via de markt en winkelstraten, het een en ander meenemend.” Op zoek naar
haar oude liefde dus.
Oudejaarsdag 1992 zoekt hij haar op. Hij neemt een traytje verse eieren mee voor haar van zijn eigen kippen. Jammer genoeg is Stijneke dan niet thuis. Ze is op vakantie. Maar het is wel weer een eerste stap naar een diepere band. Vanaf 1993 gaan ze elkaar weer vaker zien. In een Sinterklaasgedichtje dat Stijneke in 1993 voor hem maakt verwoordt ze hoe het voor haar was, spannend, maar ook een beetje beangstigend:
“Wordt het herkenning na zo lang, ja ik ben best een beetje bang,
Met wat fris en een sigaar, praten en keken we naar elkaar
Daarna kwam er geen sigaar meer aan te pas, want we waren veel te veel in ons sas”.
Ze schrijven elkaar weer brieven en gedichtjes. En gedurende
dat jaar loopt de intensiteit van de bezoekjes op. Dat blijkt uit zijn eigen
aantekeningen. Zoals zoveel, bewaarde hij ook alles wat hij beter niet had
kunnen bewaren, en heeft Rob in zijn agenda bijgehouden wanneer hij haar zag,
hoelang hij bleef, hoeveel km’s hij ervoor aflegde, enz. Bizar wat hij allemaal
bijhield. En Stijneke vatte dan in haar briefjes samen waar ze over spraken.
“Ik vroeg mij af, ben ik degene die de verwijdering tussen jou en je vrouw te weeg bracht? Het heeft me knap benauwd maar uit het laatste telefoongesprek begreep ik dat het al; veel langer aan de gang was. Het is afschuwelijk zonder liefde naast elkaar in hetzelfde huis te moeten leven. Sunset maar dan ook totaal. Ik weet er helaas alles van.
Wordt dit onze tweede kans? Kan het bestaan nadat ieder een lang huwelijk achter zich heeft? Hernieuwd beginnen, veel lief, weinig leed als het ons wordt gegeven.
Ze spreken niet alleen af bij Stijneke in Amsterdam, ze ondernemen ook lange wandelingen. Dan treffen ze elkaar ergens in de duinen. Stijneke neemt de trein en bus, Rob komt op de fiets of met de auto. Na een paar uur samen gaat Rob weer naar huis. Stijneke wandelt door de duinen naar het strand en langs het strand naar Zandvoort en neemt de trein weer naar Amsterdam.
Maar hoe nu verder. Samen in ieder geval. Althans dat is de
trant waarin ze met elkaar spreken. Ze bezoeken ook samen vrienden van Stijneke
die langzamerhand gezamenlijke vrienden worden.
Stijneke mijmert zelfs over een huisje samen in Almere. Maar ze wil ook duidelijkheid. Dat stiekeme
gedoe mag van haar niet lang duren. Ze geeft Rob 5 jaar om zijn zaakjes op orde
te krijgen.
woensdag 4 oktober 2023
het Groot Volkomen Moolenboek
Eén van de al jarenlang aangekondigde vondsten. "Een groot duur boek". Ergens in de afgelopen maanden, opgedoken uit de krochten van de kelder kwam ie te voorschijn. Met de nodige scepsis bewaard om eens na te gaan wat er van de belofte waar bleek.
Een eerste advertentie op Marktplaats leverde een paar geïnteresseerden op. Eentje bood maximaal 100€ en wilde meteen dezelfde dag nog langskomen om het boek op te halen. Dat leverde argwaan op, in ieder geval reden tot wat meer onderzoek.
Het oorspronkelijke boek is een verzameling van drie delen, halverwege de jaren 1700 samen gebonden tot één dik en groot volume. Het bestaat uit de nodige tekst ter lering, maar voornamelijk is het een verzameling litho's van koperdruk die in zijn geheel de constructie elementen van een molen laat zien. Schijnbaar zo compleet en uniek dat rond zowel 1965 als 1982 herdrukken zijn gemaakt. Die herdrukken zijn links en rechts wel te koop, in goede staat leveren die tussen de 600€ en 1.200€ op. Contact met het molenmuseum in Zaandam leert dat er vóór 1965 geen herdrukken zijn gemaakt. Dus als er al een indicatie is dat dit betreffende exemplaar er vóór 1965 al was dan is het dus gewoon een echt oud, 18e-eeuws boek.
Gevraagd naar de herkomst leert dan (opa) Louis Niewenhuis dit boek, tezamen met een rol andere litho's, tijdens de Tweede Wereldoorlog voor zijn verjaardag heeft gekregen van zijn oudste broer Jan. Jan had jaren lang gevaren op de grote vaart maar was jong weduwnaar geworden, hertrouwd en had een baan aan wal; gevonden. Hij werd de machinist van het stoomgemaal in Medemblik. Misschien een aanleiding voor de veronderstelling dat het boek uit die hoek kwam, maar verder dan dit lijntje is er geen enkele andere informatie die naar de herkomst van het boek kan leiden. Het levert in ieder geval de zekerheid op dat het dus echt een oud boek betreft. Een bijna 300 jaar oud boek.
Het boek is alleen in verschrikkelijke staat. De binding is helemaal weg, de buitenkantjes van de bladen zijn aangetast, maar de platen lijken behoorlijk intact. Ik heb het eerdere contact met het molenmuseum aangehaald en gevraagd of er daar belangstelling was voor het boek. Dat was er. Er is een afspraak gemaakt om in Wormer, waar het archief is van dat Zaanse molenmuseum, het boek te laten zien. Op een mooie woensdagmiddag is dat gebeurd. Fulco Rol (als je collectiebeheerder bent in een museum hoor je volgens mij ook een bijzondere naam te hebben) ontving mij hartelijk. Maar voor ik met het boek het archief in mocht moest de doos met inhoud wel even gecontroleerd worden op afwezigheid van diertjes. Vooral beducht was men om zilvervisjes die schijnbaar vaak meekomen met oude boeken en kaarten die in kelders bewaard zijn. Gelukkig hier niet. Maar Fulco constateerde wel meteen dat het een behoorlijk onzorgvuldig behandeld boek betrof. In dermate slechte staat dat hij graag had dat ik het weer mee terug nam. Wel gaf hij het advies mee het boek of te laten restaureren (opbrengst na restauratie kon wel eens richting €8.000 gaan) of weg te geven aan iemand die er erg blij mee zou zijn en uit de molens-hoek kwam. In de huidige staat zou het nagenoeg niks opbrengen. Het mocht ook in het museum liggen, waar het dan door iedere bezoeker doorgebladerd mocht worden. Het boek zou het dan alleen slechts een paar maanden goed uithouden. En dat vond ie dan ook weer zonde. Zelf laten restaureren zag hij niet zitten, ze hebben in het archief al een paar behoorlijk goede exemplaren. Dus alles maar weer mee terug naar huis genomen.
Een nieuwe poging om via Marktplaats geïnteresseerden te vinden leverde meer belangstellenden op dan de vorige keer. Ook JanH, die al 100€ geboden had en meteen wilde komen om het boek op te halen, reageerde weer. Maar met de kennis verkregen van Fulco stond ik er toch anders in. Géén boekhandelaren of antiquairs was het devies. Maar dat waren in het begin de enige die reageerden. En die boden tegen elkaar op, maar met hele kleine stapjes tegelijk. Zelfs toen ik JanH vroeg nou eens oprecht te vertellen wat hij bereid was ervoor te betalen (ik was er via Marktplaats achter gekomen dat hij een echte boekenantiquair was) bleef hij maar zo weinig mogelijk bieden.
Intussen had ik ook de plaatselijke molenaar in Hoofddorp benaderd. Die gaf na lang wachten aan dat hij al een exemplaar van dat "fantastische boek" had. Maar zijn zoontje was ook begonnen met het verzamelen van molenboeken. Volgens facebook leek dat zoontje een jaar of 6 a 8, niet bepaald de leeftijd om een 300 jaar oud uit elkaar gevallen boek te beheren. Maar gelukkig meldde zich ook een molenaar uit Friesland. Eerst wat schoorvoetend, vragend naar hoeveel dat boek dan wel niet moest kosten, maar wel zeer geïnteresseerd. Een beetje snuffelen op internet leerde mij dat het hier niet alleen een molenaar betrof (al sinds zijn 18 was hij vrijwilliger en molenaar) maar dat deze ook nog eens werkzaam was als molenrestaurateur. Mijn ideale doelgroep. Rolf bleek dol gelukkig, een afspraak om het boek en de gravures op te komen halen wordt gecombineerd met een dagje uit. Voor Rolf een dag om nooit te vergeten.








