Zoeken in deze blog

maandag 29 mei 2023

camera collectie

Vandaag was dan de dag dat een specialist de resterende camera’s en lenzen kwam beoordelen op koopbaarheid. Twee andere bedrijven hadden al laten weten dat ze geen interesse hadden. Teveel hetzelfde, en teveel niet interessante modellen. De lenzen zouden misschien nog interessant kunnen zijn maar gezien de aard van de aangeboden camera’s hadden beide bedrijven daar ook geen goede hoop op. Of zoals één van de aangeschreven bedrijven het verwoorde:

 Qua inkoop van het geheel voor een fatsoenlijk bedrag moet ik je echter helaas teleurstellen. 

Punt is namelijk dat de verzameling weinig divers is en er veel doublures zijn. Daarnaast bestaat de verzameling vrijwel uitsluitend uit zeer gangbare items met een gemiddelde waarde van een paar tientjes. Vervolgens zal er dan voor elk item nog een klant gevonden moeten worden. Nog afgezien van de tijd en moeite die dit zal vragen, kan ik je op voorhand al melden dat dit onmogelijk is. Op de lijst staan namelijk te veel zaken die wellicht een paar tientjes zouden kunnen opleveren maar waar je simpelweg geen klant meer voor vindt. Veel zaken zullen derhalve maanden, zoniet jaren in onze opslag geparkeerd blijven en een fors deel zal uiteindelijk ook weer ‘verrramsjt’ of afgevoerd moeten worden.

Als wij deze verzameling dus zouden inkopen, zou het voor een ‘ramsj-prijs’ zijn maar ik kan mij zomaar voorstellen dat als je vader veel tijd en moeite heeft besteed aan het bijeenbrengen van het geheel, een ‘ramsj-prijs’ niet bepaald prettig klinkt.”


Maar Maarten van Fotohandel Delfshaven zag er mogelijk wel brood in. Via de mail had hij de inventarisatielijst uitvoerig bekeken en al een indicatie laten vallen van rond de € 3.500. 
 Het merendeel van de apparatuur is toch wel van lagere waarde. De hoeveelheid werk die we aan zullen hebben vs de opbrengst is toch wat beperkt en bij goedkopere camera's kan onderhoud en service helaas kostentechnisch niet meer uit.”
Hij wilde toch graag langskomen om alles te bekijken. Dat was dus vandaag. 
Al vrij snel gaf hij aan geen goed gevoel erover te hebben. Voornamelijk ingegeven door de lucht die hij rook bij binnenkomst. Die duidde op vocht en schimmel. Iets wat hij vaak tegenkom bij dergelijk verzamelingen. En dan was hij niet meer geïnteresseerd. Teveel werk, te veel weggooien ook. Bijna alles eigenlijk. De inventarislijst was een goed hulpmiddel voor hem. Het gaf hem meteen aan welke camera’s hij zou willen zien om meteen te kunnen beoordelen of het voor hem wat was. Ik liet hem de alu kisten zien, de kisten waarin vrijwel alle spullen opgeslagen hadden gezeten. Het stelde hem meteen gerust. En na een uurtje lens voor lens en camera voor camera te hebben bekeken was hij een stuk positiever.  Redelijke staat. Jammer het er maar een paar interessante camera’s bij zaten. Al het Olympus en Asahi spul zou meteen doorgaan naar de buitenlandse handel. De hele verzameling was in zijn ogen voornamelijk véél, onderkant van de kwaliteitsmarkt ook. Jammer de de oorspronkelijk op de lijst voorkomende canons er niet meer bij zaten. Van veel was of de sluiter niet meer in beweging, of de focus instelling zat vast, of iets anders technisch. Maar de gevreesde schimmel was vrijwel niet te zien. Iets wat hij absoluut niet wilde meenemen waren alle leren foedralen en hoesjes. Volgens hem de ergste veroorzakers van mogelijke schimmel in de rest van zijn voorraad. En de stank wilde hij al helemaal niet in zijn winkel. Zelfs niet in zijn busje. En dus hebben we alle lenzen uitgepakt en de foedralen in afvalzakken gedaan. En hetzelfde gold voor de cameratasjes. Op die van de Leica’s na, die waren nog wel de moeite van het behandelen waard. 
Een aparte vermelding was een uniek toestel waard. Een Russische Zenit, waar met zeer veel creativiteit een Rolleyflex van was gemaakt door een inscriptie aan de voorzijde. Met spelfout!! Het is namelijk geen Rolleyflex maar Rolleiflex. Die ging een speciale plaats in de winkel krijgen, wel met vermelding van de vervalsing. En niet te koop. Want niks waard, anders dan de vermakelijkheids waarde. Tja, kennen wij niet iemand die een lichte vorm van dyslectie heeft? Lees eens terug in de post over geboortekaartjes. Hennie en Henny door elkaar, net als Hayo en Hajo. 
Enfin, Maarten kwam tegen drieën, en ging pas weer rond half zes naar huis. Maar had daarvoor nog wel even € 4.000 overgemaakt. 

Gerda doet nog meer rare dingen

Het lijkt wel alsof Gerda een abonnement wil hebben op negatief commentaar. De woede en verontwaardiging over het hele camera, wapens en niet helpen gedoe is net een beetje aan het zakken, krijg ik een melding van de Google foto-site dat Gerda anderen toegang heeft gegeven tot de oude familie foto's. Even los van wie of wat, het betreft toegang tot mijn account, mijn bibliotheek, door mij geplaatste foto's. Ik had geen idee dat iedereen die toegang heeft ook anderen toegang kan geven. Maar dat doe je toch niet zomaar op een ander zijn bibliotheek? Dan vraag je toch eerst toestemming om dat te mogen doen? 

Ik heb zowel Gerda daarop geblokkeerd als de door haar aangemelde personen verwijderd. En niet allen van mijn bibliotheek, ook de door mij aangemaakt account speciaal voor foto's. Benieuwd of ze reageert. 

zondag 28 mei 2023

huis verkopen

Op z’n verjaardag Pa, na een uitgebreide felicitatie, gemeld dat we zover zijn dat de verkoop van het huis wat ons (Marianne, ivonne en mijzelf) wel in gang gezet kan worden. Prima, was het antwoord. Natuurlijk vroeg ik heb naar hoe hij wil dat dat gebeurd.  Dat leverde een paar aandachtspunten op:
Hij wil zelf bij de notaris aanwezig zijn 
Hij wil weten wie koopt, “of het naar het zin is”. Voor hem naar het zin dus. Wat hij daarmee bedoelde? “Als het een Turk is dan niet!” Maar als er niemand anders interesse heeft mag een Turk ook! Als reactie op mijn verontwaardiging. 
Een makelaar is ok maar ik moet wel onderhandelen over de courtage. Hij denkt dat een makelaar rond de 10% rekent. Tjonge jonge, hoe lang is het geleden dat hij een huis verkocht? De Venenlaan in Hoorn was het laatste huis dat regulier verkocht is, Overveen ging onderhands.  
Als we hem op de hoogte houden is dat genoeg.
Hij kent de WOZ waarde en denkt zelf ook dat het dat niet opbrengt. Vindt ie prima. Hij heeft er toch niks meer aan. 
Hij hoopt dat de verkoop nog bij zijn leven rond komt. 

vrijdag 26 mei 2023

Gerda’s rechtvaardiging

Ik schrijf de titel op en meteen weet ik al dat dat eigenlijk niet de lading dekt. Het begin wel. Gisteren komt er een mailtje bij mij binnen van haar. Het begint met heel veel veren in het achterwerk. Typisch Gerda. Op dit moment beschouw ik dat toch maar in de trend van de vele onoprechte duimpjes, hartjes en andere smileys die ze deelt op groepsapp berichten. Als ze daar al op reageert dan. Nee, het tweede deel van haar mail, daar gaat het om. Ik citeer:


 Het doet mij heel veel verdriet dat jij voelt dat ik jou en de rest teleurgesteld heb.
Graag wil ik een kleine opmerking maken hierover. In de jaren dat pa’s zicht snel achteruit ging, ma slechter werd, ze opgenomen werd, pa alleen in het huis bleef, toen ben ik daar regelmatig een weekend geweest. Met het reizen (2 uur openbaar vervoer enkele reis) en daar zijn heeft mij heel veel energie gekost. En met het rijden van pa naar de winkel en naar ma. Ik hoop dat je daar ook enig begrip voor op kunt brengen.
Graag wil ik de verstandhouding goed houden. Wat kan ik doen om het goed te maken met jou?”

Einde citaat. 

Ik heb op bovenstaande een paar uurtjes moeten kauwen. Maar met de gebeurtenissen en haar reacties op wat vorige week allemaal speelde erbij kreeg ik er toch een heel naar gevoel van. Ik kan bovenstaande niet anders lezen dan haar rechtvaardiging voor het totaal geen enkele hand, vinger of poot uitsteken bij het opruimen van het huis. Nooit heeft ze zelfs betrokkenheid getoond, nooit meegedeeld dat ze verhinderd was of wat dan ook. Nee, ik kan haar mailtje niet anders lezen dan een rechtvaardiging. 
Goed kauwen, dan verteert het beter. En na dat verteren lag het nog steeds zwaar op de maag. Ik had mezelf alleen beloofd mijn van moeders kant geërfde rancuneuze karakter zo diep mogelijk weg te stoppen. Maar ook naar mijn broers en andere zussen toe kon ik deze misplaatste rechtvaardiging van Gerda niet zomaar voorbij laten gaan.  Gerdamoet toch een keer van iemand te horen krijgen dat haar instelling echt niet past binnen het harmonieuze samenwerken van de rest. En dat haar boodschappen naar haar kinderen, "graaien jongens, vóór het te laat is", heel erg indruist tegen wat we met elkaar hebben. En dus was een antwoord mijnerzijds nodig, als een soort van toiletbezoek.

Dank voor je mailtje zus. Het laat je blijkbaar toch niet onverschillig. Jammer alleen dat uit je mailtje een gevoel van rechtvaardiging opkomt. In de zin van dat je blijkbaar vindt dat je toch genoeg gedaan hebt om mijn teleurstelling over jou onterecht vindt. Alsof wij geen van allen eigenlijk keer wat hoeven doen omdat we ons jarenlang op onze ma keren hebben ingezet. Henk, omdat hij jarenlang de wekelijkse boodschappen deed. Tim, omdat Pa en Ma en later Pa alleen daar vrijwel elke maandag gingen eten. Ivonne omdat zij voornamelijk degene was die Ma in haar verzorgingshuis begeleidde. Marianne omdat zij alle andere medische zorgen voor zowel Pa als Ma voor haar rekening nam. Jolanda, omdat zij elke donderdag dat Pa ging schieten of naar zijn vriendin ging (of beide) Ma moest opvangen door Pa bij ons gedumpt. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Als wij allemaal daarvoor begrip vragen aan elkaar dan was er in en aan het huis helemaal niks gebeurd. 
Ja, ik kan heel goed begrip opbrengen voor het feit dat jij een paar keer daar gelogeerd hebt en Pa naar de winkel hebt gereden. En dat dat veel energie kostte. Alle begrip. Maar dat vind ik geen enkele verontschuldiging voor het je niet inzetten of zelfs maar betrokkenheid tonen voor iets wat we gezamenlijk het afgelopen jaar hebben geprobeerd te bewerkstelligen. Je hoeft van mij helemaal niks goed maken. 
Ik had mezelf beloofd je op het gebrek aan inzet niet aan te spreken. Maar de gebeurtenissen van de afgelopen week lieten mijn emmertje meer dan overstromen. Of eigenlijk niet zozeer de gebeurtenissen als wel de reacties (of het gebrek eraan) daarop. Nog steeds kan ik geen vrede hebben of begrip opbrengen daarvoor. Maar dat zal wel een keer slijten. 
Ik hoop dat we binnenkort klaar genoeg zijn met opruimen en leegruimen om een verkooptraject in gang te zetten. Dan pas zal ik er helemaal klaar mee zijn. 
Groet

Zo, afvegen, broek ophalen en weer verder gaan met waar we mee bezig zijn. 

zondag 21 mei 2023

opa's graai-genen

Over een periode van weken, misschien wel maanden ben ik steeds bij beetjes bezig geweest Pa's camera verzameling bijeen te brengen, te inventariseren, catalogiseren, enz. Nadat we begin mei alle in zijn werkkamer verzamelde spullen, met z'n allen, naar beneden hadden gebracht, heb ik daar de laatste hand aan gelegd. 

En zo stond er vlak voor Hemelvaartsdag een keurige opstelling met gesorteerde bakken, elk met een lijst met inhoud, in de woonkamer. Afgesproken was dat ik dit zou opnemen met geïnteresseerden om alles zo mogelijk in één hand over te kunnen doen. Nog dezelfde avond een digitale inventarislijst gemaakt en doorgestuurd naar een paar geïnteresseerden. 
Op Hemelvaartsdag zelf komt Ro langs om de aanhanger terug te brengen waar weer een vracht haardhout mee weggehaald is. Terloops zegt hij dat toen hij daar was ook Jacqueline (of Eline zoals ze zichzelf noemt) met haar hele gezin aan het rondstruinen was. Nuttige info bleek een dag later. 
Ik was namelijk één blaadje vergeten te fotograferen. 
Dus de volgende dag even op de fiets erheen, lekker weer, mooi ritje voor het weer eens opstarten van mijn racefietsloopbaan. Na het openen van de deur naar de kamer trof ik dit aan. Niet zoals ik het achtergelaten had, valt nog mee zou je zeggen, maar nadere inspectie toonde toch aan dat er behoorlijk was gerausd.  Camera's en boxen van lenzen en omgekeerd, koffers die missen, lijstjes op de grond of ontbrekend, dat soort chaos dus. Het schrijnendst was nog wel dat er een aantal koffers met gangbare Canons, compleet met lenzen, motordrives enz. weg waren en ervoor in de plaats stonden een lege koffer van de stapel bij het afval, een koffer met jeu-de-boule ballen en een koffertje met bankpapieren. Onmiskenbaar om het bijna helemaal wegtrekken van de gangbare camera's een beetje te verbloemen. De conclusie van wie en wat was gauw getrokken. Een behoorlijke domper dus, en dat is uit mijn mond voor mensen die mij kennen een behoorlijk understatement. Ik was laaiend. Niet zozeer omdat er veel weg was, dat is ten slotte de bedoeling. Althans de bedoeling was dat alle familieleden eens konden bekijken wat er voor hen nog nuttig of interessant was van de door de broers en zussen weggelegde spullen. Maar, zoals ik het later verwoorde, als er 10 setjes schroevendraaiers liggen is het niet de bedoeling dat één persoon die alle 10 of 8 ervan of zo meeneemt. Gun een ander ook wat. Maar dat begrijpt niet iedereen dus. 
Omdat ik geen tijd en al helemaal geen zin had om opnieuw uit te zoeken wat er weg was heb ik Gerda boos gebeld en geëist dat Jacqueline nog diezelfde dag een lijstje zou sturen met alles wat ze had meegenomen. Die moest ik dan meteen doorgeven aan die partijen die de eerste lijst hadden. En een aanvulling op die lijst kan aan derden natuurlijk nooit kwaad, maar als er materiaal niet meer op voorkomt en ze hebben hun interesse wel daarop gebaseerd is er een probleem. 

Enfin, eind van de middag had ik nog altijd géén bericht. Een onvriendelijke herinnering aan Gerda in de groeps-app ("Gerda, .., is het zelfs teveel moeite om door te geven wat ze heeft meegenomen?") leverde meteen resultaat. Binnen een kwartier kreeg ik een overzicht, waaruit later bleek dat Jacqueline die al begin van de middag had gemaakt. En wat voor overzicht. Ik zal volstaan met hier de gefotografeerde lijstjes te tonen. Zode knetter. Of ze een winkel gaat beginnen. 
Aangezien ik het niet mijn verantwoordelijkheid of taak vond om haar te vragen ff normaal te doen en één en ander terug te brengen, heb ik alleen Gerda hierover een mailtje gestuurd. Opnieuw niet vriendelijk:  "Het is zoveel. Kan nooit alleen voor eigen gebruik zijn. Niemand heeft gezegd dat dat moet maar ik vind het wel schandalig. Alle pareltjes eruit halen en de rest van de rotzooi aan ons overlaten. Wij zijn al bijna een jaar aan het opruimen zonder enige hulp van jouw kant. Maar wel je kinderen langs sturen om de auto vol te laden? Ik ben er klaar mee zus.
Tussen de foto's van fotospullen zat er ook eentje met een naam en telefoonnummer. Die naam ben ik in combinatie met het telefoonnummer toch maar even gaan goochelen. Blijkt stichter/voorzitter te zijn van een stichting die een beeldbank beheert met 10.000'en natuurfoto's. Toeval?

Ik heb Marianne ook maar ingelicht, aangezien ik toch niet wilde dat dit zo in het grote stilzwijgen eindigde. Maar ook Marianne op het hart gedrukt dat het niet aan ons maar aan Gerda was om daar iets aan te doen. 's Avonds belde Jacqueline mij op. Honderden excuses voor de bende die ze had achter gelaten. Ze was met het hele gezin, stress, kinderen werden vervelend, ze waren van plan later in de week terug te gaan om op te ruimen. (NB ze belde vrijdagavond rond 22:00, wat is dan nog later in de week?). Ze deelt de passie van opa, fotografie, en daarom heeft ze wat meegenomen. Waarom zoveel? Omdat het anders toch naar de kringloop ging. Maar ze vond het inderdaad wel eigenaardig dat alles zo netjes gesorteerd en gecategoriseerd was. En dan denk je niet ik bel even? Nee, mijn moeder had aangegeven neem mee wat je wil. 
En deze argumenten herhaalde ze ze wel zo vaak dat ik op gegeven moment haar monoloog probeerde af te breken door haar daarop te wijzen. Enfin na nog een paar rondjes van hetzelfde vroeg ze of we wel nog steeds "on speaking terms" waren. Ik heb haar bevestigd dat als zij me belt ik gewoon te telefoon opneem en haar laat spreken. Maar dat als we elkaar ergens tegenkomen ik het idee heb dat er te weinig gezamenlijke interesses zijn om een conversatie te voeren. 

Toevallig? krijg ik zaterdag een DM van Ineke vanuit Nieuw Zeeland dat Emily interesse heeft in een gangbare analoge camera van opa. Of ik een lijst heb. Zij komt van de zomer naar Nederland en zou dat dan mee kunnen nemen. Ik heb Ineke verwezen naar Jacqueline omdat zij al het gangbare spul heeft weggehaald. Ook heb ik dat Jacqueline geappt, met het verzoek om in ieder geval de Leica lenzen te retourneren. Omdat daar andere belangstelling voor is, én omdat zij daar helemaal niks aan heeft met al die Canons. "Ja hoor, geen probleem", was het antwoord.
Dat was het dan. De kant van de familie die helemaal geen poot uitsteekt begint met het grote graaien zonder rekening te houden met anderen. En dat dat dan nou net Gerda en Jacqueline zijn verbaast mij niet. We hebben de afgelopen maanden in zeer harmonische omstandigheden met elkaar hard gewerkt. Zonder enige betrokkenheid van Gerda dan. En grapten we er met elkaar uitvoerig over, maar de frustratie was er wel bij iedereen. Wel Pa bezoeken, dus zeker in de buurt zijn, maar niks uitvoeren. Dat moest een keer tot uitbarsting komen. Dus. 

Dat was het dan. Dacht ik. 

Zondagavond. Een onbekend nummer belt mij. "Ja met Tristan". Nou weet ik dat ondanks dat hij zichzelf of Jacqueline hem nooit heeft voorgesteld, hij op bijeenkomsten van de familie nooit een woord met me gewisseld heeft, hij getrouwd is met Jacqueline. Tristan verontschuldigt zich uitvoerig voor de bende die ze hebben achter gelaten. Zelfde verhaal, jengelende kinderen, enz enz. Het hele verhaal over de camera's "waar hij niks mee heeft, maar waarvan Eline meteen zei moet je kijken wat hier allemaal staat". Ik nog weer daarop ingaan, gevraagd er toch voor te zorgen dat ze terug brengt waar ik naar gevraagd heb, ..... En dan verrast Tristan mij, of verrast? Hij doet mij van verbazing bijna achterover vallen. Of ik wil dat hij ook dat geweer terug brengt? Dat geweer met dat briefje. En als dat geweer terug moet, mag hij dan wel dat briefje houden voor later voor zijn kinderen?
Hebben die gasten hun auto volgegooid (volgegooid ja want de bladblazer kon er niet meer bij), 3 kleine kinderen, bakken met camera's, wat niet al meer, maar vooral ook met een koffer met een illegaal wapen. Nu ik dit opschrijf ben ik er weer  hogelijk verbaasd over. Hoe kan je dat nou doen? Waarom wil je dat? 
Ik heb hem erop gewezen dat wij, zodra alles op één plaats verzameld is, de politie inlichten over de wapens en de munitie. Zij moeten dat dan alles maar komen ophalen. Eventuele consequenties zien we dan wel weer. Alles beter dan doorgeven aan duistere figuren (Piet die er al naar vroeg omdat Pa hem had aangegeven dat zulke dingen er waren), in de grofvuil container gooien (een andere suggestie van Pa, "ze kunnen toch niet zien waar het vandaan komt") of op andere manieren in een vrije markt belanden. In ieder geval gaat Tristan nadenken over wat hij met het geweer gaat doen. Terug brengen of toch houden. 

Pff. Dit is een veel langere post geworden dan ik dacht toen ik even de frustratie van een chaos vinden van me af wilde schrijven. En zou dit nu alles zijn, of gaan de komende dagen ons nog meer verrassingen brengen?

Update:
En de post wordt nog wat langer. Een week later, 26 mei dus, ontvang ik een appje van Jacqueline. Niet wat wij verwachtten, namelijk dat ze toch echt (bijna) alles terug brengt behalve wat haar echt interesseert of als aandenken kan worden aangemerkt. Nee, ze heeft er 2 teruggelegd. De camera die ik terug wilde hebben en een andere "die er ook wel duur uitziet." En een opmerking over dat Emily contact met mij moet hebben als ze iets wil hebben nog. Ik heb er niet op gereageerd. De zaterdag hebben we met een stel weer even wat leeggeruimd in Bennebroek. Geconstateerd dat de zilveren koffer met wapen weer terug was, maar waarschijnlijk een ander wapen wel weer is meegenomen. Marianne hoorde later de dag van Pa dat Jacqueline op bezoek i geweest en heeft meegedeeld dat zij "een Canon camera met lenzen" heeft meegenomen en Tristan een windbuks. 's Avonds ben ik even gauw nagegaan wat Jacqueline verstaat onder "een Canon camera", dat zijn dus 7 Canon's (analoge én digitale), een Minolta, een Pentax en een gloednieuwe Lubitel in doos. De lenzen heb ik maar niet uitgezocht. 
En terwijl ik dit schrijf komt er van Jacqueline zelf een appje binnen. Ze blijkt met Emily gecommuniceerd te hebben. Emily is volgens haar alleen geïnteresseerd in Canon lenzen voor een moderne camera. Jacqueline heeft haar bericht dar zij die niet heeft. "Het zijn alleen maar oude lenzen die op de oude types passen."

Voor de volledigheid:
Minolta XD5 met 4 x lens
Pentax ME met 5 x lens
Canon F1 Servo EE met 5 x lens
Canon EOS 650
Canon Powershot A530
Canon Powershot A420
Canon T50 met 3 x lens
Canon EW-63
Canon AE-1 met 3 x lens












maandag 15 mei 2023

Piet is er ff niet

Woensdag 10 mei wilde ik even met Piet overleggen hoe en wanneer de resten van de caravan af te voeren. Ik belde zijn vriendin en kreeg aanvankelijk een heel vaag verhaal over dat hij er niet was en even niet bereikbaar was. Later werd ze wat duidelijker. Piet zit vast. 60 dagen voor het niet betalen van een boete. Hoe ik dat moet interpreteren weet ik nog niet, Piet zelf heeft wel eerder vage en net niet juiste verhalen verteld. Overigens ook dat hij nooit meer de gevangenis in wilde trouwens. Niet gelukt dus. Enfin, Christie zou met de bakfiets wel even de lampen komen ophalen die Piet graag wilde hebben, ze moest alleen eerst nog wel even de band plakken. 

Een uurtje later belde Piet mij zelf op van uit de gevangenis. Hij was meteen duidelijk, "ik zit in het cachot!" Heerlijk, wie gebruikt er nog zulke taal. Ook hij bleef wel een beetje vaag over waarom hij daar zat. Wel beloofde ik hem de lampen zelf maar met de auto naar Christie ter brengen, hetgeen ik eind van de middag op weg naar huis maar meteen deed. 


Bij het kampje aangekomen kwam er al vrij snel een slonzige oude man een woonwagen uitgerend die onverstaanbaar iets riep. Toen ik aangaf alleen iets te komen brengen voor Christie wees hij naar welke woonwagen ik moest en draaide zich zonder verder een woord om en ging weer naar binnen.

Smoezelig, onverzorgd en chaotisch. Anders is het kampje niet te omschrijven. Enfin, Christie was blij met lampen die ook zij mooi vond. 

100 brieven, de omgekeerde weg

 

Augustus 1955 zijn ze dus getrouwd en gaan inwonen bij oom Henri in de Diamantstraat in Amsterdam. Eind december wordt Ineke geboren. Rob blijft om zich heen kijken naar een andere baan en vindt die uiteindelijk in Den Helder. Of dat dezelfde vacature is die hij al in juni in zijn briefwisseling vermeldt is mij niet bekend, maar vanaf februari gaat Rob door de weeks inwonen bij Henny's ouders op de woonboot. En de briefwisseling neemt weer een aanvang. Met precies dezelfde strekking. Veel aanhankelijkheidsbetuigingen maar nu zeker ook aan het adres van de kleine Ineke. En toekomstdromen van samen door de duinen wandelen, een huisje inrichten, enzovoort. Leuk is dat nu het dagelijks (avondlijks eigenlijk) leven bij de Driegens wordt verteld. Frits die de naam van zijn nichtje maar steeds niet kent, oma Driegen die meer niet thuis lijkt te zijn dan wel thuis, de maaltijden en hoe laat er naar bed wordt gegaan. 

Padvinderij blijkt toch nog een aanwezig dingetje. Ook in februari worden daar nog briefjes heen geschreven. 
Rob is zeer in zijn schik met zijn dochter. Terwijl hij in Den Helder is door de weeks gaat hij op bezoek bij gezamenlijke vrienden die ook een babietje hebben. In zijn brief geeft hij vervolgens hoog op van zijn Ineke in vergelijking met de dikke papzak van een Coratje. Later in de maand gaat hij zelfs een avond oppassen, babysitten is als begrip nog niet ingeburgerd. Zijn brieven zijn in ieder geval doorspekt met vragen en hartekreten over en aan zijn meissie. "Dag Ineke, dag schat, met zoentjes van je Pappie. Mammie geeft ze je vast, dag, beide!"

In maart worden serieuze pogingen gedaan in Den Helder woonruimte te vinden. In een advertentie in de krant (kostte wel fl. 1,30) vraagt Rob om kamers. En in een brief spoort hij Henny aan om vast wat dozen te verzamelen. Tussen de regels door lijkt het alsof de relatie met inwonende oom Henri niet helemaal soepel verloopt. Zelfs moeder Driegen vraagt of oom Henri nog altijd boos is. En ook aan de rest van de familie meedelen dat er voorbereidingen getroffen worden om naar Den Helder te verhuizen is een dingetje waar ze zich zenuwachtig over maken. "Robsie prakkiseert maar van alles, net als vóór wij getrouwd waren, weet je dat nog wel? Hoe moesten we toen alles aan onze ouders vertellen?" In ieder geval wordt eind maart al het nodige ingepakt, ondanks dat er geenzicht is op woonruimte in Den Helder. Rob is veel mogelijke adressen aan het aflopen waar ze eventueel bij zouden kunnen inwonen. Rob hoopt op iets meteen na Pasen. Hij vraagt Henny of zij daar de moed nog voor kan opbrengen. En dat besluit dan de laatste brief van Rob aan Henny. Voorzichtig ga ik er dan maar vanuit dat het goed gekomen is tussen hen, mevrouw Krijnen en de huisbaas. 

Door de briefwisseling heen wordt ook wel een mooi tijdsbeeld geschetst. Elkaar 2 of 3 keer in de week een brief schrijven, niet alleen als (bijna) enige middel tot communicatie maar ook zo ongeveer het enige tijdverdrijf anders dan boeken lezen.. Als Henny de trein naar Amsterdam neemt zijn de zitplaatsen dun gezaaid. Maar het overgrote deel van de trein zit vol met marinepersoneel en die willen een meisje wel kort bij hebben. Of de beschrijvingen over perronkaartjes, zonder kun je elkaar niet op het perron gedag zeggen. De onregelmatigheid waarop de trein rijdt, de lange brommertocht over provinciale wegen van en naar Den Helder. De werkweek inclusief de zaterdagochtend. Het elkaar alleen kunnen bellen op het werk, thuis was er geen telefoon. Geen televisie maar radio-hoorspelen, de familie Doorsnee bijvoorbeeld. Of het volgen van een voetbalwedstrijd : "Ik ben nog even naar mijn oom en tante in Bussum geweest, maar dat hele stel zat te luisteren naar die voetbalwedstrijd Nederland-Denemarken". Maar ook iets wat we ons nu niet meer kunnen voorstellen. Dat het installeren van een wringer in de badkamer de huisvrouw heel veel werk en tijd bespaart. "En vooral nu, met al die luiers." Katoenen luiers die gewassen moesten worden, met de hand, van een wasmachine was nog geen sprake, en al helemaal niet van wegwerp luiers!

Voor de echte hardcore geïnteresseerde hier de link naar alle brieven in één pdf bestand.

vrijdag 12 mei 2023

100 brieven, "en ineens is alles anders"

Maart 1955. De winterperiode hebben ze elkaar maar een paar keer gezien. De taal in de brieven wordt er niet minder op, en de brieven worden steeds langer. Maar ook begint er een bekend karaktertrekje van Rob door te sijpelen. Bijvoorbeeld als hij verteld over het inruilen van zijn brommer. Kort na de inruil krijgt hij een aangetekende brief waar hij zich kapot van schrikt. Hij denkt van de leverancier van de brommer aangezien hij voor het inruilen nogal wat componenten van zijn oude brommer heeft afgeschroefd. Want die zouden in de toekomst nog wel een s van pas kunnen komen. De brief was over iets anders maar alleen al het feit dat hij het vermeldingswaardig vindt geeft aan dat het voor hem wel leefde. Of de vraag of Henny niet via haar vader of zijn leveranciers aan kaartjes voor de Jaarbeurs kan komen.

In de langere brieven gaat het steeds meer over hoe Rob zich de toekomst voorstelt dan over wat er zich dagelijks afspeelt. "Nog een paarjaartjes en dan hebben we onze eigen spulletjes en dan zitten we bij de kachel ieder gemakkelijk in onze eigen stoel met de schemerlampjes aan. Te lezen of te borduren of te schrijven. En als het rustig is dan komen we zo nu en dan op elkaars schoot zitten, nog eventjes oude herinneringen ophalen aan deze tijd".  Het geloof komt vaker ter sprake. Voor Rob een probleem aangezien hij Hervormd is en bij Henny thuis zijn ze Gereformeerd. En dat bijt elkaar. Ondanks dat Rob van zichzelf vindt dat hij niet heel erg religieus is praat hij er toch veel over op het werk en in de vereniging. De dominee bemoeit zich ermee en ook oma Driegen, Henny's moeder speelt Rob een artikel toe dat draait om "twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen". In die tijd gold een strikte scheiding tussen kerkgenootschappen. En het houdt Rob bezig. Hij wil geen spelletje spelen met God, niet voor een meisje veranderen van kerkgenootschap, "God is wel genadig maar niet altijd!"

Rob schrijft over zijn verantwoordelijkheidsgevoel in dit verband. Hij heeft een verloving afgehouden in 1953 omdat hij wist van zichzelf dat als de gevoelens voor zijn toenmalige meisje (Stijneke?) afnamen en hij was verloofd dat hij dan niet uit elkaar zou gaan. En dus schrijft hij extra voorzichtig te willen zijn. Maar ook dat er volgens hem altijd iets overblijft van wat zich vroeger heeft afgespeeld, ook al is de wond ogenschijnlijk dicht, er blijft een litteken. 

In maart komt Henny weer een keer naar Amsterdam. Het is er vol en gezellig, maar het wordt tussen die twee niet zo laat als dat het weleens in Den Helder wordt, want "bij ons hier zijn ze niet zo vrij als bij jullie". En eind maart is Rob het weekend weer in Den Helder geweest. Hij schrijft daarover: "Zeg, mijn lieveling, hebben je ouders nog iets gezegd van zondagavond? Of hebben ze ons niet meer gehoord? Als ze het wisten dan was dat niet best voor ons!" En met de wetenschap van nu, terugrekenend vanaf 27 december, heeft dit moment misschien wel de rest van zijn leven, en het ontstaan van het onze, wel bepaald. En dat ondanks dat één van de broers altijd wel met ze meeging de duinen in. Eén keer schreef Rob zelfs dat hij ineens Frits zag staan boven op een duin, neerkijkend op hen. Dat hadden ze nooit verwacht, "ik merkte dat het als een koude klomp op je maag kwam. Maar een pracht dag hebben we gehad."

Ze zien elkaar vanaf deze periode bijna wekelijks. Het schrijven van brieven is ook geïntensiveerd. Een brief op 13 april, een gedicht een dag later, een lange brief op de 15e, een nog langere op de 18e, 4 pagina's op de 20e, net als een dikke brief op de 21e.  Half april rekent Rob Henny voor dat als hij spaarzaam is hij volgend jaar om deze tijd 17 en een half duizend gulden heeft gespaard. En dan verloven? Pasen of Pinkster 1956? Of later, want het spaargeld levert rente op. En dan kunnen ze zich het mooiste van het mooiste in hun leven veroorloven. Ze weten op dat moment dus nog niet dat het heel anders zal gaan lopen. Beiden nog niet. Zelfs eind april kijkt Rob uit naar 3 jaar verder. Dan zullen ze wel getrouwd zijn. En blijft er tijd over voor leuke dingen omdat er dan niet zoveel geschreven hoeft te worden. "Jij en ik samen door het leven, dat is mijn droom, dat is mijn ideaal. Samen alles opbouwen, totdat we een rustige "avond" hebben als de jonge tijd verstreken is. Mijn lieveling ik zie ons nu al met een wandelstokje lopen, nu is haast nog niet voor te stellen. ...... Nu zijn we nog jong, Henny, jij en ik, dus moeten we profiteren van het leven, nu het nog kan. Wat kan dat mooi worden voor ons. Twee jonge mensen die veel van elkaar houden samen op reis."

In de brief van 18 april duikt het eerste signaal op dat het weleens anders zou kunnen gaan lopen. Henny heeft hem door de weeks gebeld op het werk en het lijkt erop dat ze haar zorgen heeft meegedeeld over het uitblijven van haar cyclus. Hij houdt zich op dat moment met heel iets anders bezig. Ergens ingesloten tussen zijn vertellen over de spanningen thuis bevestigt hij wel dat hij haar mededeling begrepen heeft. Maar breekt er in het geheel zijn hoofd nog niet over. "En wat je over de telefoon zei Henny, zet het uit je hoofd, en als het zo is, och laten we er dan maar gelukkig mee zijn, wnat God doet zoals hij wil, ook al is het slecht in onze ogen. Maar Henny onthoud één ding, ik zal je trouw blijven, tot het uiterste, meisje met jou alleen wil ik bouwen.... Johan zou vanavond ook weer thuis komen ....."

Maar eind april begint het toch te knijpen bij ze. Al zitten daar al wel weer een paar brieven tussen met alleen alledaags gepraat. Rob hoopte op een verlossend woord, maar nee hoor. Ze worden op de proef gesteld. Hun eigen schuld en daarvoor moeten ze boeten. Maar de hoop is er nog dat het goed mag aflopen. "Ik durf er niet om te bidden, want zodra ik het doen wil, dan vind ik me zo schijnheilig worden. Ik hoor dan zeggen , dat ik het zelf gewild en gedaan heb en dat ik maar af moet wachten. Henny, ik kan gewoonweg niet meer aan iets anders denken. Ik kan niet meer fluiten of zingen."

Omdat alle enveloppen genummerd zijn weet ik dar er nu een paar brieven ontbreken. Het bovenstaande citaat dateert van 28 april, Henny is dus (nog) niet ongesteld, nog maar een beetje overtijd, en de nervositeitsmeter staat al op 10. De eerst volgende brief is gedateerd 18 mei. In deze en eigenlijk alle volgende is het weer het normale gesprek van alle dag. Ze is dus zwanger, en ze maken er verder geen punt van. Er worden praktische plannen gemaakt. Henny wordt gesommeerd tijdig naar het gemeentehuis te gaan voor reispapieren. En dus de normale andere dingentjes. Ontwikkelen en afdrukken van foto's, bezoekjes aan en van ooms en tantes, vakantieplannen voor de zomer, en veel liefdesbetuigingen. 

De juni brieven gaan veel over de voorbereidingen voor de vakantie. Rob moet Henny steeds achter de broek aanzitten om dingen geregeld te krijgen. Haar paspoort, logeeradressen bij familie, uitsluitsel over waar zij graag heen wil, dat soort dingen.  En sollicitatie perikelen. Rob deelt de advertenties waarop hij geschreven heeft. Eén daarvan is een baan in Den Helder. Hij raadt haar aan dit nog even iet te delen met haar ouders om deze niet meteen met hoop op te zadelen. Ook is duidelijk dat Henny zich zorgen maakt, Rob heeft haar naar de dokter gestuurd en zelf de medische encyclopedie er op nageslagen. Geruststellende woorden ook. "Er zijn héél wat mensen , die zo erg graag wilden, dat ze dat ook konden bereiken. Dan mogen wij zeker niets in de weg leggen dat de natuurlijke gang van de mens kan hinderen. Later, Henny, dan zijn wij er dankbaar voor mijn kind. En het is op het ogenblik onze verdiende loon. Alle kwaad zal gestraft worden, zo ook dit en de straf hebben we nu, met de dingen die er voor die tijd in orde gebracht moeten worden. Maar mijn schat, denk nu eens aan de tijd wanneer alles achter de rug is. Er komt dan toch een tijd, dat we steeds samen zijn, alles samen mogen doen en besluiten. Is dat niet de mooie kant van de postzegel?"

Begin juli wordt er voorzichtig gesproken over bij een oom (oom Henri) te gaan inwonen. Dick en Johan zijn nog niet op de hoogte van de ontwikkelingen. Henny moet naar de dokter in Amsterdam (waarom ze niet naar haar eigen dokter kan in Den Helder wordt niet duidelijk) voor een controle. Er is nog een klein beetje hoop blijkt uit de volgende passage: "Wat voor rare dingen gaan we doen straks, wanner straks alles ineens niet waar blijkt te zijn (wat onmogelijk is, hoor). Daar zullen we maar niet over praten." 

Half juli gaan ze voorbereidingen treffen voor een huwelijk. Ze informeren voorzichtig wat er moet gebeuren en wat ze nodig hebben om te trouwen. Kamers bij oom Henri worden opgeknapt en ingericht, hij vindt het prima en maakt de grootste slaapkamer vrij voor ze. "oom Henri wil zich alleen 's morgen nog wel in de keuken wassen." De brieven worden kort en krachtig. Rob lijkt heel druk met spullen maken en verzamelen voor de inrichting, opknappen van de woning, regelen van het huwelijk enzovoort. En dan stoppen de brieven van Rob in Amsterdam aan Henny in Den Helder. Ze trouwen, gaan samen in Amsterdam wonen in de Diamantstraat. Geen reden meer dus om elkaar te schrijven. Ze zijn samen en in december wordt Ineke geboren. Slechts een paar maanden later wordt het brieven schrijven hervat. 



Als er één ding mij duidelijk geworden is met het doorlezen van de correspondentie zijn het wel de onuitputtelijke liefdesverklaringen van mijn vader aan mijn moeder.


donderdag 11 mei 2023

100 brieven, de eerste 60

 Al een paar maanden geleden vond Tim een stapeltje brieven in de kelder. Allemachtig wat roken die naar schimmel en bederf. Het heeft dus even geduurd voordat ik de moed bijeen raapte om ze eens nader te onderzoeken. Maar wat een verassing wachtte mij. Weer een nieuw licht op mijn vader, weer een ander iemand ontdekt. Want meteen al de eerste brieven waren van een man zoals ik die niet ken. Verliefd tot over zijn oren. Empathisch naar de familie en vriendenkring. Belangstellend en nieuwsgierig naar allerhande onderwerpen. Religieus en open en eerlijk over wat hem bezighield. Maar ook een paar karaktereigenschappen die mij heel bekend voorkwamen, zoals overal een voordeeltje uit halen of een slaatje uit slaan. Met deze post hoop ik ook die beelden  enigszins te kunnen beschrijven. 

100 brieven dus, van mijn vader aan mijn moeder. Er zaten slecht twee brieven van mijn moeder aan mijn vader bij. Maar uit het lezen van hun correspondentie kun je goed opmaken waar het tussen hen allemaal over ging. En het was een bijzondere periode. Hun eerste verkeringsweken. Hun onregelmatige ontmoetingen, ook door de afstand Amsterdam-Den Helder, in de begin jaren 50 lastig te bereiken. Het ongepland zwanger worden. De verhuizing van mijn vader naar Den Helder kort na de bevalling terwijl dan mijn moeder in Amsterdam bleef wonen. Divers, veel gebeurd, veel over te vertellen dus.

Jarenlang ging het verhaal dat mijn vader tijdens zijn diensttijd in Assen mijn moeder heeft ontmoet, terwijl hij in Amsterdam verloofd was met Stijneke, en dat daar "een ongelukje" gebeurde , Die ontmoeting in Assen die klopt wel, hoewel mijn moeder toen al niet meer in Assen woonde. Ergens dat voorjaar (1954) hebben zij elkaar in Assen ontmoet waar mijn moeder op bezoek was bij haar vriendinnen Hennie en Hennie, vriendinnen uit de tijd dat zij er woonde. Slechts bij toeval laten ze elkaar weten de ander wel te zien zitten. Rob is ten tijde van de eerste brief (nummer 3, ze zijn echt allemaal op volgorde genummerd, helaas ontbreken de nummers 1 en 2) nog zonder werk. Hij solliciteert zich suf en besluit, ten inde in ieder geval ergens te beginnen en ervaring op te doen, ook de gemeente Amsterdam maar aan te schrijven op een vacature van tekenaar.  Die 3e brief dateert van juli 1954 en Rob schrijft at hij voorlopig niet naar Den Helder kan komen omdat hij met zijn broer Dick 2 weken op de fiets naar Luxemburg gaat. Ondanks dat hij verhaalt over de familie en de meisjes die haar daar bezoekt, lijkt hij oprecht verliefd. 

Pas in augustus ziet hij kans weer een keer naar Den Helder te komen, hij is druk met het regelen van werk. bij de gemeente. Liefkozend noemt hij haar Puck, zij noemt hem Siemetje. Hij vertelt ook dat hij met de familie een busje huurt voor een fietswedstrijd naar Arnhem. De Malletrap dus.

Pas eind september '54 zal Hennie dan voor het eerst naar Amsterdam komen. Met Johan, Mick en Dick huurt Rob een autootje voor een gezamenlijk uitstapje. Het lukt haar niet te komen dus Rob gaat weer naar Den Helder. Na dat weekend maakt Rob zijn excuses omdat hij "te ver is gegaan". Hij hoopt echter dat wanneer ze getrouwd zijn hij wel "zo ver" mag gaan. Hij pleit ervoor op te passen, een ongeluk zit in een klein hoekje, en dit wil hij voorkomen. Wel laat hij meerdere keren al weten graag met haar een goed gezin te stichten. Een boek over seksualiteit komt ter sprake, samen een toekomst opbouwen en misschien verloven eind 1955.

Oktober '54 lijkt een belangrijke periode in de relatie. Rob wil maar praten en over zaken die zij verschillend zien dingen afspreken. Het boek "ja ik wil" moet daarvoor een katalysator zijn. Henny lijkt de boot een beetje af te houden. Seksualiteit, religie en onzekerheid over de toekomst zijn schijnbaar onderwerpen waar ze met elkaar over moeten praten, maar dat lukt steeds niet. Als ze een keer samen zijn lijkt er wel altijd een soort chaperonne te zijn in de vorm van tante Roel, de broertjes Frits en Lambert of vader en moeder Niewenhuis. Eind oktober lijkt de onzekerste periode. Rob komt een paar keer niet, ondanks dat hij beloofd had wel te komen. Smoesjes, een vreemd verhaal over een "groter macht" die hem pech met de brommer bezorgde, maar steeds besluitend met een goedmakertje dat "als onze liefde sterk genoeg is dan komen we ook hier doorheen". Een zekere Arnoud komt ten tonele. Arnoud die Henny het hof maakt. Het lijkt erop dat Rob denkt dat Henny twijfelt. Hij op zijn beurt schrijft steeds nadrukkelijker dat hij "geen ander  meer wil". Hij ontraadt haar een dubbel leven te gaan leiden, eerlijk te zijn naar hem. Hij lijkt héél bang te zijn haar te verliezen. 

In november komt het dus toch allemaal goed. Ze koesteren lange avonden samen, vaak tot diep in de nacht. Hebben moeite niet over de grens te gaan, maar slapen wel apart als ze bij elkaar over de vloer zijn. Als er familieverjaardagen te zieren zijn komen ze dus ook bij elkaar over de vloer en dan is het telkenmale een gedoe om slaapplaatsen te regelen. Een luchtbed verhuist regelmatig heen en weer tussen Amsterdam en Den Helder. Henny is nog altijd niet in Amsterdam geweest, maar tante Roel daarentegen schijnt een regelmatige bezoeker te zijn aan de Brinkstraat. Rob grapt dat hij niet meer naar Den Helder komt zolang zij niet een keer in Amsterdam is geweest. Ze kent zijn ouders dus dan nog steeds niet. Pas in december komt het tot een ontmoeting. 

Rob maakt er een paar keer melding van dat de sfeer thuis bij hem zo gespannen is. Eén keer gaat hij zelfs zo ver te beweren dat zijn vader gezegd te wachten tot de kinderen het huis uit zijn om dan zelf ook te vertrekken. De religieuze houding van oma Niewenhuis strijkt steeds meer tegen zijn haren in. Aan de nadere kant zin er ook regelmatig meldingen dat Henny het aan de stok heeft met haar vader of moeder. Oma Driegen lijkt nogal eens ziek te zijn, niet op de been te kunnen  of prikkelbaar en onaardig te zijn tegen Henny. Ook opa Driegen is wel eens zo boos dat hij dagen niet met Henny spreekt. Opmerkelijk omdat zijn dochter bij hem in de bouwkeet de boel op orde houdt, schoonmaakt en de koffie verzorgt. Een heel andere werkkring dan indertijd in Assen, waar ze winkelbediende was volgens Rob.

In de november/december periode overheersen de berichten over de padvinderij. Een leiderschapscursus die Rob wil volgen en het op zaterdagmiddag naar de groep gaan of moeten gaan, zodat een bezoekje aan Den Helder niet meer zinvol is. (HN: Stijneke was in die tijd ook nog steeds bij dezelfde groep in de padvinderij.) Rob beweert steeds dat hij ermee wil stoppen, maar ook dat hij toch voor zeker 3 maanden de leiding over de groep op zich neemt. 

In deze periode geeft Rob zijn enveloppen "een geheime code" mee. Hij vraagt Henny de laatste 9 brieven over elkaar heen te leggen en ze dan een heel klein beetje te verschuiven. Toch creatief voor een verassing gezorgd naar haar, en met een lange voorbereiding.

Eind januari 1955 schrijft hij dat hij een punt achter de padvinderij heeft gezet. Maar tegelijkertijd dat de overdracht van de groep meerdere ontmoetingen vergt met zijn ex-meisje, Stijneke dus. Ondanks het stoppen blijft hij wel de leiderschapscursus volgen. Een dominee in opleiding, die blijkbaar de cursus verzorgt, verbaasd zich over Rob en het hebben van "alweer een ander meisje". Waarom zegt hij dat en waarom schrijft Rob dat in zijn brief?? Hield de gedachte aan Stijneke hem daa toen nog bezig? Wat wilde hij bij Henny bereiken door daar op te wijzen? En, volledig uit het niets, komt de vraag of Henny zou willen emigreren.  Het lijkt erop dat Rob hier toch in een voor hem hele verwarrende situatie zit. Ook februari is een periode dat ze elkaar niet veel zien. Enkele weken achter elkaar zelfs niet. Oma Boom overlijdt, Dick wordt ernstig ziek (blijkt veel later pas een blinde-darm-ontsteking te zijn), oma Niewenhuis is regelmatig van streek, enz. In februari zien ze elkaar dus maar 1 keer, maar ook begin maart weer 3 weken niet.  Ligt daar een oorzaak voor het te intiem samen zijn eind maart?