Al een paar maanden geleden vond Tim een stapeltje brieven in de kelder. Allemachtig wat roken die naar schimmel en bederf. Het heeft dus even geduurd voordat ik de moed bijeen raapte om ze eens nader te onderzoeken. Maar wat een verassing wachtte mij. Weer een nieuw licht op mijn vader, weer een ander iemand ontdekt. Want meteen al de eerste brieven waren van een man zoals ik die niet ken. Verliefd tot over zijn oren. Empathisch naar de familie en vriendenkring. Belangstellend en nieuwsgierig naar allerhande onderwerpen. Religieus en open en eerlijk over wat hem bezighield. Maar ook een paar karaktereigenschappen die mij heel bekend voorkwamen, zoals overal een voordeeltje uit halen of een slaatje uit slaan. Met deze post hoop ik ook die beelden enigszins te kunnen beschrijven.
100 brieven dus, van mijn vader aan mijn moeder. Er zaten slecht twee brieven van mijn moeder aan mijn vader bij. Maar uit het lezen van hun correspondentie kun je goed opmaken waar het tussen hen allemaal over ging. En het was een bijzondere periode. Hun eerste verkeringsweken. Hun onregelmatige ontmoetingen, ook door de afstand Amsterdam-Den Helder, in de begin jaren 50 lastig te bereiken. Het ongepland zwanger worden. De verhuizing van mijn vader naar Den Helder kort na de bevalling terwijl dan mijn moeder in Amsterdam bleef wonen. Divers, veel gebeurd, veel over te vertellen dus.Jarenlang ging het verhaal dat mijn vader tijdens zijn diensttijd in Assen mijn moeder heeft ontmoet, terwijl hij in Amsterdam verloofd was met Stijneke, en dat daar "een ongelukje" gebeurde , Die ontmoeting in Assen die klopt wel, hoewel mijn moeder toen al niet meer in Assen woonde. Ergens dat voorjaar (1954) hebben zij elkaar in Assen ontmoet waar mijn moeder op bezoek was bij haar vriendinnen Hennie en Hennie, vriendinnen uit de tijd dat zij er woonde. Slechts bij toeval laten ze elkaar weten de ander wel te zien zitten. Rob is ten tijde van de eerste brief (nummer 3, ze zijn echt allemaal op volgorde genummerd, helaas ontbreken de nummers 1 en 2) nog zonder werk. Hij solliciteert zich suf en besluit, ten inde in ieder geval ergens te beginnen en ervaring op te doen, ook de gemeente Amsterdam maar aan te schrijven op een vacature van tekenaar. Die 3e brief dateert van juli 1954 en Rob schrijft at hij voorlopig niet naar Den Helder kan komen omdat hij met zijn broer Dick 2 weken op de fiets naar Luxemburg gaat. Ondanks dat hij verhaalt over de familie en de meisjes die haar daar bezoekt, lijkt hij oprecht verliefd.
Pas in augustus ziet hij kans weer een keer naar Den Helder te komen, hij is druk met het regelen van werk. bij de gemeente. Liefkozend noemt hij haar Puck, zij noemt hem Siemetje. Hij vertelt ook dat hij met de familie een busje huurt voor een fietswedstrijd naar Arnhem. De Malletrap dus.
Pas eind september '54 zal Hennie dan voor het eerst naar Amsterdam komen. Met Johan, Mick en Dick huurt Rob een autootje voor een gezamenlijk uitstapje. Het lukt haar niet te komen dus Rob gaat weer naar Den Helder. Na dat weekend maakt Rob zijn excuses omdat hij "te ver is gegaan". Hij hoopt echter dat wanneer ze getrouwd zijn hij wel "zo ver" mag gaan. Hij pleit ervoor op te passen, een ongeluk zit in een klein hoekje, en dit wil hij voorkomen. Wel laat hij meerdere keren al weten graag met haar een goed gezin te stichten. Een boek over seksualiteit komt ter sprake, samen een toekomst opbouwen en misschien verloven eind 1955.
Oktober '54 lijkt een belangrijke periode in de relatie. Rob wil maar praten en over zaken die zij verschillend zien dingen afspreken. Het boek "ja ik wil" moet daarvoor een katalysator zijn. Henny lijkt de boot een beetje af te houden. Seksualiteit, religie en onzekerheid over de toekomst zijn schijnbaar onderwerpen waar ze met elkaar over moeten praten, maar dat lukt steeds niet. Als ze een keer samen zijn lijkt er wel altijd een soort chaperonne te zijn in de vorm van tante Roel, de broertjes Frits en Lambert of vader en moeder Niewenhuis. Eind oktober lijkt de onzekerste periode. Rob komt een paar keer niet, ondanks dat hij beloofd had wel te komen. Smoesjes, een vreemd verhaal over een "groter macht" die hem pech met de brommer bezorgde, maar steeds besluitend met een goedmakertje dat "als onze liefde sterk genoeg is dan komen we ook hier doorheen". Een zekere Arnoud komt ten tonele. Arnoud die Henny het hof maakt. Het lijkt erop dat Rob denkt dat Henny twijfelt. Hij op zijn beurt schrijft steeds nadrukkelijker dat hij "geen ander meer wil". Hij ontraadt haar een dubbel leven te gaan leiden, eerlijk te zijn naar hem. Hij lijkt héél bang te zijn haar te verliezen.
In november komt het dus toch allemaal goed. Ze koesteren lange avonden samen, vaak tot diep in de nacht. Hebben moeite niet over de grens te gaan, maar slapen wel apart als ze bij elkaar over de vloer zijn. Als er familieverjaardagen te zieren zijn komen ze dus ook bij elkaar over de vloer en dan is het telkenmale een gedoe om slaapplaatsen te regelen. Een luchtbed verhuist regelmatig heen en weer tussen Amsterdam en Den Helder. Henny is nog altijd niet in Amsterdam geweest, maar tante Roel daarentegen schijnt een regelmatige bezoeker te zijn aan de Brinkstraat. Rob grapt dat hij niet meer naar Den Helder komt zolang zij niet een keer in Amsterdam is geweest. Ze kent zijn ouders dus dan nog steeds niet. Pas in december komt het tot een ontmoeting.
Rob maakt er een paar keer melding van dat de sfeer thuis bij hem zo gespannen is. Eén keer gaat hij zelfs zo ver te beweren dat zijn vader gezegd te wachten tot de kinderen het huis uit zijn om dan zelf ook te vertrekken. De religieuze houding van oma Niewenhuis strijkt steeds meer tegen zijn haren in. Aan de nadere kant zin er ook regelmatig meldingen dat Henny het aan de stok heeft met haar vader of moeder. Oma Driegen lijkt nogal eens ziek te zijn, niet op de been te kunnen of prikkelbaar en onaardig te zijn tegen Henny. Ook opa Driegen is wel eens zo boos dat hij dagen niet met Henny spreekt. Opmerkelijk omdat zijn dochter bij hem in de bouwkeet de boel op orde houdt, schoonmaakt en de koffie verzorgt. Een heel andere werkkring dan indertijd in Assen, waar ze winkelbediende was volgens Rob.
In de november/december periode overheersen de berichten over de padvinderij. Een leiderschapscursus die Rob wil volgen en het op zaterdagmiddag naar de groep gaan of moeten gaan, zodat een bezoekje aan Den Helder niet meer zinvol is. (HN: Stijneke was in die tijd ook nog steeds bij dezelfde groep in de padvinderij.) Rob beweert steeds dat hij ermee wil stoppen, maar ook dat hij toch voor zeker 3 maanden de leiding over de groep op zich neemt. In deze periode geeft Rob zijn enveloppen "een geheime code" mee. Hij vraagt Henny de laatste 9 brieven over elkaar heen te leggen en ze dan een heel klein beetje te verschuiven. Toch creatief voor een verassing gezorgd naar haar, en met een lange voorbereiding.Eind januari 1955 schrijft hij dat hij een punt achter de padvinderij heeft gezet. Maar tegelijkertijd dat de overdracht van de groep meerdere ontmoetingen vergt met zijn ex-meisje, Stijneke dus. Ondanks het stoppen blijft hij wel de leiderschapscursus volgen. Een dominee in opleiding, die blijkbaar de cursus verzorgt, verbaasd zich over Rob en het hebben van "alweer een ander meisje". Waarom zegt hij dat en waarom schrijft Rob dat in zijn brief?? Hield de gedachte aan Stijneke hem daa toen nog bezig? Wat wilde hij bij Henny bereiken door daar op te wijzen? En, volledig uit het niets, komt de vraag of Henny zou willen emigreren. Het lijkt erop dat Rob hier toch in een voor hem hele verwarrende situatie zit. Ook februari is een periode dat ze elkaar niet veel zien. Enkele weken achter elkaar zelfs niet. Oma Boom overlijdt, Dick wordt ernstig ziek (blijkt veel later pas een blinde-darm-ontsteking te zijn), oma Niewenhuis is regelmatig van streek, enz. In februari zien ze elkaar dus maar 1 keer, maar ook begin maart weer 3 weken niet. Ligt daar een oorzaak voor het te intiem samen zijn eind maart?

Geen opmerkingen:
Een reactie posten